Gewone kinderen met ongewone ervaringen

Kinderen en jongeren met een vluchtverhaal kunnen nare dingen hebben meegemaakt, wat hen kwetsbaar maakt.  Ook hun positie in deze maatschappij maakt hen kwetsbaarder. Maar het is daarom zeker niet nodig hen te bekijken als gekwetste vogeltjes. Deze jongeren zijn hier geraakt na een lange tocht en zijn dus zeer zelfstandig, weerbaar en hebben heel wat veerkracht. Hoe jonger je bent, hoe sneller je je ook kan aanpassen. Dat maakt het voor jongeren vaak gemakkelijker om België gewoon te worden, dan voor volwassenen.

Houd er wel rekening mee dat deze jongeren vaak onzeker kunnen zijn. Alles is immers nieuw, de kans dat je eigenwaarde daalt is dan ook groter. Zet hun talenten in de verf tijdens je activiteiten.

Hun kwetsbaarheid kun je soms ook opmerken omdat ze plots heftiger kunnen reageren op situaties dan je zelf zou inschatten. Start dus zeker je activiteit niet al te heftig, je kent de jongeren hiervoor immers onvoldoende.

Je zult misschien wel eens geconfronteerd worden met één van hun verhalen. Toon dan zeker empathie, luister naar hen en maak er tijd voor. Maar versterk zeker niet hun negatieve gevoelens. Rond het gesprek altijd positief af. Ga de jongeren zeker niet uitvragen over hun vluchtverhaal. Als het kind aangeeft dat het er liever niet over spreekt, moet je dat respecteren. Schep ruimte voor het verhaal, maar sleur het er niet uit. Hoe langer een kind je kent, hoe opener het zal worden. Laat dit een spontaan proces zijn.

De jongeren hebben het ook niet altijd even gemakkelijk om andere mensen te vertrouwen. Zowel vlak voor hun vertrek als tijdens hun vlucht was het niet altijd mogelijk om mensen in vertrouwen te nemen. Er bestond altijd het gevaar om mensen zaken te vertellen. Toch hebben ze een grote nood aan sociale contacten. Een netwerk opbouwen is voor hen dan ook zeer belangrijk.

Maar bovenal zijn deze jongeren ook gewone pubers, net als andere Vlaamse jongeren. Ze hebben bijzonder veel talenten en krachten. Ze hebben om zich gewoon eens te amuseren. En ze willen graag behandeld worden net als alle andere kinderen.

Kom je toch in een situatie waarvan je niet weet wat je ermee moet doen?

Wees dan op je hoede dat je steeds binnen je rol als vrijwilliger blijft. Je bent geen hulpverlener. Voor jongeren is het niet altijd even gemakkelijk om het onderscheid te maken tussen een hulpverlener en een vrijwilliger die activiteiten begeleidt. Je zult dus voor jezelf die grens moeten bewaken en duidelijk aangeven dat ze bij hun vaste begeleiders moeten zijn met bepaalde hulpvragen. Daarnaast draait het overlevingsinstinct van deze jongeren vaak nog op volle toeren. Alle hulp die zij kunnen krijgen, zullen ze maar al te graag aannemen en zoeken. Ze zullen dus ook graag beroep doen op jou als ze de kans zien. Beloof dus nooit je hulp, wanneer je dit niet kunt waarmaken. En beloof ook niet zomaar dat alles goed zal komen en dat ze bijvoorbeeld in België zullen kunnen blijven, je kunt dit immers niet weten.

Verwijs indien nodig jongeren door, naar hun begeleiders of naar een welzijns- of gezondheidsorganisatie. Een overzicht van al die organisaties in Brussel en Vlaanderen vind je op de sociale kaart. Of je kan meer specifiek aankloppen bij een JAC (JongerenAdviesCentrum) in je buurt.

Kort: 

  • Probeer geen psycholoog te zijn
  • Dramatiseer de situatie niet
  • Sla niet in paniek
  • Geef de kinderen het gevoel welkom te zijn
  • Behandel hen zoals je andere kinderen behandelt
  • Heb interesse in hun leefwereld, maar respecteer wanneer ze bepaalde dingen niet willen vertellen
  • Laat hen spelen. Laat hen kind zijn!